Al meegemaakt dat je een voorstel doet op een vergadering en er een lauwe reactie op komt? Wat later presenteert een collega of leidinggevende hetzelfde idee en oogst applaus. Zeg je er niks van, blijf je zitten met je frustratie. Reageer je te fel, heb je mogelijk ruzie. Omdat dergelijke situatie vaak voorkomt op de werkvloer, zoemen we erop in. Waarom jatten collega’s mekaars ideeën en hoe reageer je best om conflict te voorkomen?
Vraag is niet of je nog zoiets meemaakt op de werkvloer maar wanneer. Iemands ideeën jatten, komt immers veel vaker voor dan je zou denken. Denk maar het blauwtje dat Ameerikaans presidentsvrouw Melania Trump liep toen zij tijdens een speech een paragraaf uit een toespraak van Michelle Obama “gebruikte”. Bij een psychologisch onderzoek (Brown&Murphy, 1989) naar dit onderwerp, bleek dat maar liefst 75% van de deelnemers ging lopen met andermans credits. Een straf cijfer dus.
Waarom gaat een mens met andermans ideeën aan de haal? Zeker in het geval van Melania Trump is het gevaarlijk spel want de wereld kijkt mee dus kleine kans dat niemand het plagiaat ontdekt. De kans is groot dat Trumps tekstschrijver leed aan “Kleptomnesia”, een geval van onintentioneel plagiaat. Datzelfde fenomeen zien we wel vaker opduiken op de werkvloer.
“In het geval van Kleptomnesia, herinner je je accidenteel andermans ideeën als die van jezelf. Dat is te wijten aan de manier waarop ons geheugen werkt,” zegt psycholoog Dan Gilbert die het fenomeen onderzocht. Je vangt andermans ideeën op en gebruikt ze – niet beseffend dat je eigenlijk andermans ideeën steelt.
Gilbert verklaart het als volgt: “Als we informatie opslaan, besteden we meer aandacht aan de inhoud dan aan de bron. Zodra we gegevens voor waar accepteren, wissen we de bron van informatie. Wanneer je werkt op een ingewikkelde taak, of als je het druk hebt, is het extra moeilijk om je de informatiebron te herinneren.” Er bestaat dus een logische verklaring voor het fenomeen, alleen neemt dat niet weg dat het op de werkvloer voor wrevel zorgt.
Juist omdat er vaak geen slechte intentie mee gemoeid is, raden wij aan om dit bespreekbaar te maken. Een assertieve boodschap kan conflict voorkomen.
Hier is het verhaal van onze klant Annemie* en de tip die we haar gaven.
Mijn collega Alex* noemt het marketingplan dat ik heb opgesteld “mijn verslag” terwijl hij hooguit enkele suggesties heeft gegeven. Onze marketingdirecteur steunt hem in “zijn ideeën”. Ik wist niet wat ik zag en hoorde en was echt boos. Wat doe ik als mij nog zo iets overkomt? En had ik moeten reageren?
Wat kan je zeggen?
Je reageert best meteen. Hier is een suggestie:
“Dankjewel om mijn voorstel aan te halen Alex!” En je vervolgt. “onze gezamenlijke inzet leverde een aantal interessante ideeën op die ik zou willen bespreken zoals onder meer …”
Waarom werkt het?
Je spreekt en neemt jouw moment. Uitgesproken op een beheerste en zelfzekere toon, eis je de aandacht op voor jouw idee in het bijzijn van anderen én laat je je collega in zijn waarde.
In dit geval leverde Alex ook ideeën aan dus is het een goed plan om hem credits voor zijn bijdrage te geven. Zo zorg je ervoor dat hij geen gezichtsverlies lijdt en behoud je de mogelijkheid om het later onder vier ogen aan te spreken over de situatie.
Als je het nodig acht Alex nadien nog feedback te geven, spreek hem dan op een zelfde neutrale toon aan over het voorval, zeg wat het met je doet en maak afspraken voor de toekomst. Rond vervolgens de kwestie af.
*Annemie en Alex zijn fictieve namen